Geschiedenis van het geschut
Beknopte geschiedenis van het Limburgs Bonds Contingent
Afd. Infanterie & Artillerie 1842 - 1846.
De Jonge Nobele & Oude Loffelyke Schutterye alsmede de stuk bemanning dragen de uniformen, de uitmonstering en bewapening van die periode.
De splitsing in 1839 tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden werd op 19 april 1839 bekrachtigd met het Traktaat van Londen art. 4 van het verdrag. Het Hertogdom Limburg en het Groothertogdom Luxemburg werden aan Koning Willem 1 toegewezen.
Als drager van de Hertogelijke Kroon van Limburg diende hij een Contingent van ca. 1470 manschappen samen te stellen, waarvan 57 jagers bewapend met jachtbuksen en hartvangers, 3 stukken lichtveldartillerie geschut met 108 artilleristen, 210 cavaleristen, 15 frontpioniers en 1080 gewone infanterie en deze ter beschikking van de Duitse Statenbond te houden.
De samenstelling (1% van de bevolking) van dit Limburgs Bonds-Contingent diende te bestaan uit de inwoners van het Hertogdom Limburg, met uitzondering van de inwoners van de Noord Nederlandse vestingsteden Maastricht. en Venlo
Op 5 september 1839 werd in de Vrije stad Frankfurt am Main besloten dat het Hertogdom Limburg en het Groothertogdom Luxemburg tot de Duitse Statenbond zouden toetreden om een bufferzone te vormen tussen Pruissen en Frankrijk.
De inwoners van het Hertogdom kregen zowel de Nederlandse als de Duitse Nationaliteit.
Koning Willem 2 stelde in 1842 het Limburgs Bonds Contingent in dienst met 1340 manschappen en slechts 1 stuk lichtveldartilleriegeschut. Het contingent was gelegerd in Maastricht en behorende tot het 9e legerkorps van de Duitse bond.
Van 1839 tot en met 1842 had het Hertogdom haar eigen Staatsblad, het "Officieel Blad voor Limburg" met bekend making en verordeningen t.a.v. de betrekking van het Hertogdom en de Duitse bond.
Het contingent, althans de infanterie en de artillerie hebben dienst gedaan van 30 juni 1842 tot 9 augustus 1846. Het werd ontbonden en in 1847 bij diverse legeronderdelen van de Noordelijke Nederlanden ingedeeld.
Bron: "Een geschiedenis van Nederland", Deel 11, Staatkundige verhoudingen: Limburg en de Duitse Bond.
Zie ook: https://www.ppsimons.nl/stamboom/hertogdomlimburg.htm
Het Hertogdom Limburg en zijn verhouding tot de Duitse bond in de 19e eeuw
Het artikel is grotendeels gebaseerd op een uitvoerig hoofdstuk in het Limburgs jaarboek van 1913, geschreven door Th. Dorren.
- o -
Vanaf 1950 draagt de Edele Nobele Aghtbaere Jonge Schutterye der Stadt en Vryheyt Vackenborch met trots het uniform van dit Limburgs Bonds-Contingent. Dit op verzoek van de heer Chr. Jansen, toenmalig commandant van onze Schutterye en eerste luitenant van het Regiment Limburgse Jagers in Venlo. Dit mede omdat diverse leden van onze Schutterij daar hun militaire dienstplicht vervulden.
In het kader van “550 Jaor Lantjuwel Valckenborch” 1460-2010, is besloten een replica van dit historisch geschut uit 1842 te bouwen. Door dit stuk lichtveldartilleriegeschut van de stichting "Ere Saluut Geschut 1842" ter beschikking te stellen heeft de Jonge Nobele & Oude Loffelijke Schutterye een nog meer historisch verantwoorde samenstelling.
Het geschut en de munitiewagen zijn gebouwd aan de hand van constructie tekeningen te beschikking gesteld door het Legermuseum te Delft. Gedurende 2 jaar is het Geschut 1842 met en o.a. van mahonie- hout gebouwd door en in de garage van Richard Huynen bij hem thuis.
Doop van het geschut
Op vrijdagavond 19 April 2013 is het Geschut 1842 door mevrouw van Loon - Labouchere , Matris Baptismus officieel gedoopt. Haar doopnaam "Barabara" alsmede het motto "Non Sibi set Omnibus" vrij vertaald "Niet voor jezelf - doch voor allen" zijn in de loop gegoten en door de stichting Ere Saluut Geschut 1842 naast de nieuwe Geulpoort te Valkenburg aan de Geul in gebruik genomen, m.m.v. de Jonge Nobele & Oude Loffelyke Schutterye Valckenborch.